Recent onderzoek heeft verrassende inzichten gebracht over elektrisch varen: Deze week onthulde de Marine Equipment Trade Show (METS) in Amsterdam een baanbrekend onderzoek dat aantoont dat voor vele pleziervaartuigen het gebruik van biofuels in traditionele motoren een duurzamere keuze is dan elektrisch varen.
Dit uitgebreide rapport van de International Council of Marine Industry Associations (ICOMIA) biedt nieuwe inzichten in de milieu-impact van diverse voortstuwingssystemen, waaronder elektrische aandrijvingen, in de maritieme recreatiesector. De studie benadrukt het belang van een uitgebreide beoordeling van de ecologische voetafdruk van elektrische vaartuigen, en daagt daarmee de vaak aangenomen superioriteit van elektrisch varen uit.
Onderzoeksbevindingen elektrisch varen:
Groene mythes rond elektrisch varen ontkracht
Het ICOMIA-rapport, gepresenteerd tijdens de METS in Amsterdam, toont aan dat de overstap naar elektrische aandrijvingen voor zeiljachten en andere vaartuigen vaak een hogere milieu-impact heeft dan het behoud van dieselmotoren.
Biofuel als betere optie
Voor de meeste vaartuigen is het behoud van conventionele verbrandingsmotoren en de overstap naar duurzame synthetische of biofuels, zoals hydro-behandelde plantaardige olie (HVO) of e-petrol, de beste manier om de milieu-impact te verminderen.
Economische en ecologische overwegingen:
Kostenfactoren
Alle alternatieven, waaronder elektrische systemen, blijken duurder dan de bestaande situatie, met elektrische systemen die 40% tot 250% meer kosten.
Effectiviteit van duurzame brandstoffen
Het onderzoek concludeert dat hernieuwbare dieselbrandstof, met name HVO, de grootste reducties in het potentieel voor opwarming van de aarde (GWP) kan bieden voor dieselvaartuigen, mits de brandstof wordt geproduceerd met afvalstoffen.

Toekomst van decarbonisatie:
Geen universele oplossing
Het rapport benadrukt de noodzaak van verschillende oplossingen voor decarbonisatie in de recreatieve maritieme industrie, waarbij wordt opgemerkt dat de meeste impact van een zeiljacht voortkomt uit de productie en niet uit het gebruik.
Innovatie en investering
Het rapport moedigt verder onderzoek en ontwikkeling aan om de beste opties voor het verminderen van de koolstofvoetafdruk van de maritieme industrie te vinden en te verfijnen.
Over het onderzoek en wat brengt de toekomst
De ICOMIA-studie biedt een grondige analyse van de volledige milieu-impact van alle momenteel beschikbare voortstuwingstechnologieën voor recreatieve vaartuigen tot 24 meter. Deze uitgebreide studie belicht de noodzaak van een holistische benadering bij het overwegen van decarbonisatie in de recreatieve scheepvaart.
Het onderzoek onderzocht voortstuwingstechnologieën voor negen gangbare recreatieve vaartuigen om de impact van levenslange emissies, financiële kosten, bruikbaarheid, prestaties, bereik en infrastructuurimplicaties te vergelijken. De onderzochte voortstuwingstechnologieën omvatten:
- batterij-elektrisch (elektrische boten en vaartuigen)
- hybride elektrisch (verbrandingsmotoren die vloeibare brandstof en elektriciteit gebruiken)
- waterstof (verbrandingsmotoren of brandstofcel)
- verbrandingsmotoren met duurzame brandstoffen (duurzaam geproduceerd vloeibaar alternatief voor conventionele fossiele brandstof)
- verbrandingsmotoren met benzine of diesel

Volgens het onderzoek worden duurzame brandstoffen zoals methanol en isobutanol gezien als de meest geschikte opties om boten te decarboniseren tegen 2035, zonder afbreuk te doen aan de afstand die een boot kan afleggen of de prestaties ervan. Van de ongeveer 30 miljoen recreatieboten die wereldwijd in gebruik zijn, met een gemiddelde totale levenscyclus van 40 tot 50 jaar, ligt volgens het rapport het grootste potentieel voor verhoogde decarbonisatie in de wijdverspreide adoptie van duurzame brandstoffen.
Het onderzoek effent de weg voor de scheepvaartindustrie om wereldwijde overheden en belanghebbenden in de scheepvaart te beginnen onderwijzen over de technologieën en beleidsmaatregelen die nodig zijn om de koolstofemissies verder te verminderen. Belangrijke volgende stappen zijn onder meer:
- de adoptie van een technologieneutrale benadering voor decarbonisatie in maritieme omgevingen
- een versnelling van de ontwikkeling en distributie van duurzame maritieme brandstoffen en consumentenvoorlichtingscampagnes die de adoptie van deze nieuwe brandstoffen ondersteunen
- samenwerking tussen consumentenveiligheid en overheidsinstanties met de scheepvaartindustrie om elektrische technologienormen en consumentenveiligheidsprotocollen vast te stellen
- een uitbreiding van R&D-belastingkredieten en investeringen om de dichtheid van batterijen en waterstofonderzoek te verbeteren dat kan worden toegepast in de maritieme omgeving
- voortdurend onderzoek om bestaande en opkomende technologieën te evalueren en hoe deze het beste toe te passen in de maritieme omgeving
Is dit een een ‘bom’ in watersportland en de jachtbouw?
Hoewel deze bevindingen belangrijk zijn, is het ook cruciaal om te erkennen dat de watersportindustrie divers is en dat wat voor het ene type vaartuig werkt, niet noodzakelijk het beste is voor een ander. De studie benadrukt de complexiteit van het vraagstuk van duurzaamheid in de maritieme sector en de noodzaak van een gedifferentieerde aanpak. Het zou dus niet per se gezien moeten worden als een ‘bom’ in de traditionele zin, maar eerder als een belangrijk keerpunt dat aanzet tot diepgaande discussies en overwegingen binnen de watersportgemeenschap.