DiogenesHet zeilschip DIOGENES organiseert vanuit Hoorn, Noord-Holland, sinds kort dagtochten op het IJsselmeer en Markermeer. Begin volgend jaar wil de organisatie dat gaan uitbreiden voor verschillende doelgroepen die in onze maatschappij best wat extra aandacht mogen hebben. Mensen met een lichte handicap zowel lichamelijk, verstandelijk of visueel beperkt, maar ook bijvoorbeeld pleegkinderen willen zij allemaal een onvergetelijke ervaring en dag laten beleven. Het zeilschip wordt verhuurd mèt schipper en maatje aan deze doelgroepen tegen een extra aantrekkelijke tarief..
Wie was Diogenes, naar wie het schip is vernoemd?
De filosoof Diogenes is geboren in de stad Sinope en leefde gedurende veel jaren in Athene. Vele vermeldenswaardige daden en woorden van hem zijn overgeleverd. Hij verachtte rijkdom en wilde niets bezitten. Hij was gewoon te zeggen: ‘Wie veel dingen wil, zal altijd ongelukkig zijn. Gelukkiger zijn zij die geen behoeftes hebben.’
Hij was dus tevreden met de allergrootste armoede. Hij was van mening dat alleen een vest om zijn lichaam te bedekken, een bord om te eten en een beker om te drinken nodig was. Nadat hij een jongen voedsel met zijn handen had zien vasthouden en water uit zijn handen had zien drinken gooide hij zelfs zijn bord en beker weg. Hij had zelfs geen huis, maar woonde de ganse zomer en winter in een vat.
Toch beschouwden de Atheners Diogenes als wijs; dus waren ze gewoon hem over vele zaken te raadplegen. Eens werd hem gevraagd: ‘Wat baat jou armoede?’ Toen zei hij: ‘De armoede bevrijdt me van zorgen en beschermt me; ik word niet gekweld door achterdochtig te zijn of te vrezen, want ik ben bereid om alle hinderlagen van het lot te ondergaan. Dom zijn zij die alles vrezen, en alles wantrouwen leven in vrees.’ Diogenes antwoordde aan een vriend die vroeg: ‘Wanneer moet een wijs man eten?’ ‘Als hij rijk is dan eet hij wanneer hij het verlangt; als hij arm is eet hij wanneer hij kan.’
Ook zei men dat hij wandelde over de straat terwijl hij een lamp vasthield in zijn hand en terwijl de zon brandde. Hij zei aan de burgers die vroegen wat hij deed: ‘Ik zoek een mens, maar ik vind er geen.’ De Atheners kenden hem toch een grote eer toe. Nadat een jongen zijn ton had gebroken gaven ze een nieuwe ton aan de filosoof.
Guus Beerdsen
www.gbt.nl/pages/dagtocht_dio_nl.html